Bio maïszaad

Aandachtspunten bij het kiezen van een biologisch maisras

• Vroegheid (FAO):
  In de biologische teelt wordt er ingezet op vroegafrijpende rassen (Max. FAO 200- 220) . Dit omdat er later wordt ingezaaid (circa half mei). Vroegafrijpende rassen leggen vroeg in het seizoen hun kolf en pluim aan waardoor zij eerder een hoger kolfaandeel hebben. Dit maakt dat zij vaak hogere zetmeelgehalten en voederwaarde opleveren. Een kortere veldperiode geeft daarentegen minder kans op gewas en oogst risico’s. Ook hebben wij geschikte rassen welke voor late zaai geschikt zijn ca. tot 20 juni.
• Voederwaarde:
  VEM-opbrengst, zetmeelgehalte en celwandverteerbaarheid zijn de belangrijkste eigenschappen die de kwaliteit van de snijmais bepalen.
• Landbouwkundige eigenschappen:
  – Stevigheid: Een cijfer hoger dan 7 geeft de meeste bedrijfszekerheid;
  – Ziektegevoeligheid: Kies een ras met een goede builenbrand- en stengelrotresistentie;
  – Grondbedekking: Belangrijk is om een ras te kiezen met een snelle grondbedekking om onkruiden te onderdrukken.